GESCHIEDENIS Sluiskil
het ontstaan van Sluiskil
Toen in 1648 de Koegorspolder werd ingedijkt, ontstond op de plaats waar de afwateringskreek in het Axelse Gat uitkwam, het gehucht Sluiskil. De bevolking in de streek was afhankelijk van de landbouw. Omdat het veelal seizoensarbeid was, was de bevolking arm.Toen in 1825 het Kanaal van Gent naar Terneuzen werd gegraven, kwam Sluiskil aan diep vaarwater te liggen. Door de vestiging van de cokesfabriek in 1911 aan de oostkant van het kanaal ontstond wat meer welvaart doordat de Sluiskillenaren op deze fabriek konden gaan werken. Door de komst van de CNA (nu Yara) in 1929 groeide Sluiskil meer en meer uit tot een industriedorp.
veerponten
Toen in maart 1968 de kanaalverbreding werd afgerond, was dit het einde van het bruggentijdperk. De Minister Lelybrug verdween uit het centrum van het dorp en er kwam een Rijkspont voor in de plaats. Deze pont zette jaarlijks ongeveer 800.000 passagiers over. Toen in 1989 Sluiskil-oost werd afgebroken, voorzag Rijkswaterstaat een sterke afname van het aantal passagiers en besloot de pont uit de vaart te nemen. Het protest dat volgde, was dusdanig fel, dat besloten werd de pont voor Sluiskil te behouden.
In 2011 besloot Rijkswaterstaat opnieuw de pont uit de vaart te nemen. Nu was dat definitief. Een ijlings opgericht actiecomité kreeg het na een half jaar onderhandelen voor elkaar de pont voor Sluiskil te behouden. Rijkswaterstaat schonk de pont aan de Stichting ter Behoud van de Pont te Sluiskil, die zich op haar beurt verplichtte drie jaar lang te varen. Vanaf 1 januari 2012 zet de dorpspont, draaiend op vrijwilligers, voornamelijk leerlingen van de middelbare scholen in Terneuzen over. Tot eind 2020 zal de dorpspont gegarandeerd varen. Of de dorpspont langer in de vaart blijft? Het bestuur doet er alles aan!
het kanaal en De sluiskilse bruggen
In 1825 werd begonnen met het graven van het kanaal van Gent naar Terneuzen om Gent een verbinding met de zee te geven. Het kanaal was toen 24 meter breed en 4,40 meter diep. De eerste Sluiskilse brug over het kanaal was een voetgangersbrug. Deze in 1825 gebouwde brug werd al in 1827 vervangen door een dubbele houten draaibrug, gebouwd met houten landhoofden. De brug lag ongeveer ter hoogte van Middenstraat 20. Komend vanaf de Spoorstraat is dat ter hoogte van het eerste huis aan de rechterzijde. De houten landhoofden van de dubbele draaibrug werden al in 1857 vervangen door stenen landhoofden. Op 18 december 1863 werd besloten de houten draaibrug te vervangen door een plaatijzeren draaibrug, die helemaal blauw werd geverfd. Vandaar dat deze brug de naam ‘Blauwe Brug’ kreeg. Sluiskil groeide en het gehucht werd langzaamaan een verzorgingscentrum voor de omliggende polders en boerderijen en er begonnen zich handelaren en ambachtslieden te vestigen. Herbergen en cafés waren er bij de vleet. Verschillende inpolderingen rondom Sluiskil volgden elkaar op. De Sluiskillenaar moest tot het einde van de negentiende eeuw in hoofdzaak leven van landbouw en veeteelt. Het was veelal seizoensarbeid waardoor veel armoede heerste. Het Sluiskil van 1900 gaf dan ook een beeld te zien van een landelijk dorp zonder verharde wegen met een honderdtal arbeiderswoningen in lintbebouwing. Intussen was er in 1867 ten noorden van de Blauwe Brug een spoorbrug aangelegd voor de spoorlijn van Sluiskil langs Sas van Gent naar de Belgische grens in de richting van Zelzate en Gent. In Sluiskil sloot deze spoorlijn aan op de lijn van Terneuzen naar St. Niklaas. Deze spoorbrug heeft gelegen vlakbij de aanlegsteigers van de huidige dorpspont.Al spoedig voldeed het kanaal niet meer aan de gestelde eisen, vandaar dat het tussen 1904 en 1906 werd verbreed. Het nieuwe kanaal was 68 meter breed en 8,75 meter diep. Opnieuw werden er twee bruggen aangelegd: een verkeersbrug en een spoorbrug.Toen tijdens de oorlog de bruggen zowel in 1940 als in 1945 aan flarden werden geschoten, werd besloten één brug terug te plaatsen: een spoor- en verkeerbrug. Na de oorlogsjaren trad overal economische groei op. Gent bleef echter achter. De oorzaak werd gevonden in de beperkte toegankelijkheid van de Gentse havens. Vandaar dat vanuit België werd aangedrongen op een tweede verbreding van het kanaal. Die kwam er! Het kanaal werd vanwege de aanwezigheid van industrie aan de oostzijde verbreed aan de westzijde. Sluiskil werd de dupe want een groot deel van het dorp zou onder water verdwijnen. Het raakte behalve zijn centrum en meer dan honderd woonhuizen, veel ondernemers en alle cafés ook zijn brug kwijt. Het nieuwe kanaal werd gemiddeld 140 meter breed en ongeveer 13 meter diep. De brug in het centrum van het dorp verdween en een Rijkspont kwam ervoor in de plaats.
het centrum
Het centrum van Sluiskil heeft zich in de loop van de geschiedenis een aantal keren verplaatst. Allereerst lag het centrum aan de Bovenweg en de Benedenweg. Toen het kanaal werd gegraven, verplaatste het centrum zich automatisch naar de brug., waar cafés en hotels verrezen. Bij de tweede kanaalverbreding besliste men van hogerhand dat het centrum aan het Lelyplein zou worden herbouwd. Een aantal ondernemers echter bouwde aan de Spoorstraat, tegenover de protestantse kerk, een eigen centrum. Geen van de centra groeide uit tot een echt centrum. Pas omstreeks 2000 werd besloten Sluiskil een nieuw centrum te geven aan het Kerkplein.
Sluiskil-oost
Vóór de kanaalverbreding van 1900 was er aan de oostzijde van het kanaal van Gent naar Terneuzen ter hoogte van Sluiskil alleen bebouwing te vinden vanaf de ‘Blauwe Brug’ tot aan het Axels kanaal. Toen het kanaal omstreeks 1905 verbreed diende te worden, ging dat ten koste van de huizen aan de oostzijde.
Toen in 1911 de cokesfabriek zich aan de oostzijde vestigde, kwam de woningbouw daar weer op gang. Vanaf de fabriek tot aan de huidige brug verschenen huizen in lintbebouwing. Ook voorbij de cokesfabriek richting Axel en langs het kanaal werden huizen gebouwd. In 1929 vestigde de l’Azote (nu Yara) zich vlak achter deze huizen. Ook werd toen de Cité, het Villapark, gebouwd.
In 1940 werd Sluiskil-oost in z’n geheel in brand gestoken om te trachten de Duitsers tegen te houden. De wederopbouw begon al vlak daarna. Van hogerhand werd echter besloten dat de afschuwelijk lelijke lintbebouwing langs het kanaal uit landschappelijk oogpunt storend was. De afgebrande woningen die het dichtst bij Terneuzen stonden mochten op die plaats niet meer worden herbouwd. Zij kregen een stuk grond toegewezen dat lag aan de dreef, die naar het land van Den Exter liep. Zo verrezen de eerste particuliere woningen aan de Zwaluwstraat. Vanwege het vele werk dat de fabrieken boden, besloot de woningbouwvereniging aan het eind van de veertiger jaren achter de Oostkade en naast de cokesfabriek een geheel nieuwe wijk te bouwen: de Vogelbuurt.
De tweede kanaalverbreding leidde de isolatie in van Sluiskil-Oost. De brug verdween in 1967 uit het centrum van het kanaaldorp en een Rijkspont kwam ervoor in de plaats. Begin februari 1987 werd een ambtelijke werkgroep geformeerd die tot de conclusie kwam dat de Vogelbuurt te kampen had met stof-, stank- en geluidsoverlast van de cokesfabriek en de NSM, die beiden op een steenworp afstand lagen. Op grond hiervan werd besloten dat Sluiskil-oost met de grond gelijk zou worden gemaakt. Op dinsdag 2 april 1991 werd het laatste blok huurwoningen gesloopt. Als laatste ging Oostkade 25 tegen de vlakte. Een geweldige berg puin bleef achter……….